zondag 11 september 2011
Matthew
Nadat ik de jongen die Lucas heette en in mijn hut zou logeren de weg had gewezen, keek ik nog even om me heen. Ik zag geen jongeren meer die verdwaasd om zich heen staarden, en nam aan dat mijn eerste baan voor vandaag erop zat. Dat betekende dat ik nu naar de keukens zou moeten gaan. Ik ging even met mijn hand door mijn toch al warrige haar en liep toen het terrein over, op weg naar de keuken. De keuken zat in een grote loods, net achter de kantine, maar was toch wel een apart gebouw. Het was ontzettend groot, en dat was ook wel logisch. Er waren veel monden die gevoed moesten worden op het kamp. Toch waren er niet erg veel koks, en dit jaar waren ze ook nog eens erg onder bezet. Het kon dus nog wel eens leuk worden. Ik liep over de smalle, kronkelende paadjes die nergens naartoe leken te gaan en genoot van het geluid dat de vogels maakten. Ik stopte mijn handen in mijn broekzakken en liep op mijn gemakje naar de grote loods. Ik schopte zo nu een dan een steentje voor me uit. Ik had al erg veel zomers doorgebracht op dit kamp. Al vanaf mijn negende. En toch bleef het geweldig. Alle mensen die hier werkten waren geweldig. Het was net een grote familie en het voelde altijd fantastisch om hier weer te zijn. Ik verheugde me nu al op het zwemmen in het meertje en het lol trappen met mijn hut genoten. En natuurlijk de streken die iedereen altijd met elkaar uithaalde. Ik vond ze altijd geweldig, al deed ik er zelf niet vaak aan mee. De boswandelingen en de dropping waren ook altijd gezellig. Eigenlijk was er niets te bedenken wat niet leuk was. Ik was verzonken in oude herinneringen toen ik merkte dat ik al voor de deur van de loods stond. Ik hoorde allemaal geluiden van binnen komen. Het gerammel van potten en pannen en snelle voetstappen. En het oversture gegil van mijn moeder er ook nog eens tussendoor. Ik grijnsde even en trok toen de deur open. Het was onwijs druk en gestrest in de keuken. Er stonden in totaal vier koks, inclusief haarnetjes, de lunch voor te bereiden. Ze klapten broodjes met knakworstjes dicht, en met kaas voor de vegetariërs. Ook roerde er iemand in een pan waar je vijf kinderen in kwijt zou kunnen en waar een dieprode substantie in zat. Ook dreven er balletjes in. Waarschijnlijk was het tomatensoep. 'MATTHEW BENNETT.' werd er opeens door de keuken geschreeuwd. Ik draaide mijn hoofd in de richting van het lawaai en voor ik het wist viel er een iets over mijn hoofd heen. Ik haalde het er vanaf en zag dat het een wit met rood geruit schort was. 'Waar bleef je nou! Ik heb je hulp echt hard nodig!' zei mijn moeder overstuur. 'Lily. Niet zo gestrest. We redden het heus wel. En de jongen was vast ook druk bezig.' zei Gary, de kok die in de soep aan het roeren was. 'Oh sorry schat. Ik ben geloof ik een beetje overstuur.' zei mijn moeder en ze drukte me tegen haar met vlekken bedekte schort en gaf me een kus op mijn wang. Haar haren staken in piekerige plukken uit haar haarnetje. Toen ze me weer losliet, begon ze weer druk broodjes dicht te vouwen terwijl ze aardappelen aan het schillen was. 'Hé Matt.' zei een hoge stem en ik keek naar rechts. Anna zat op het aanrecht met een blik op haar gezicht alsof ze het allemaal ontzettend vermakelijk vond wat er gebeurd. Haar lange zwarte haren zaten in een staart en haar bruine ogen keken me bijdehand aan. 'Moet jij niet helpen?' vroeg ik met gefronste wenkbrauwen terwijl ik afwezig broodjes begon dicht te klappen. 'Oh nee. Ik ben zo weer weg. Ik heb afgesproken met Jenny en Stacey.' ze keek op haar horloge. 'Oké. Nu dus. Ik ben weg. Doei mam!' Anna was de deur al uit voordat de woorden tot mijn moeder doorgedrongen leken te zijn. 'Doei Ann!' zei ze, maar ze was al te laat. 'Mam, ik heb niet zoveel tijd. Ik moet straks nog naar mijn hut om mijn bagage te regelen enzo.' zei ik met mijn blik op de broodjes. 'Ja, tuurlijk lieverd. Is goed. Ik red me wel.' antwoordde mijn moeder terwijl haar ogen hectisch heen en weer schoten. Mijn moeder was altijd zo de eerste drie dagen van kamp. Na een tijdje was ze overal weer aan gewend, en was het een eitje om voor iedereen te koken. Maar ik besloot dat ik toch nog maar een paar broodjes dicht zou vouwen om haar te helpen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten