zaterdag 8 oktober 2011
Roan
Ik keek het meisje geamuseerd na. "Goh. Excentriek persoon." zei ik met een grijns tegen Matthew. "Hmhm." zei hij. Hij leek nog steeds een beetje van slag. "Kom. Laten we maar naar onze hut gaan." zei ik, en ik sloeg hem even vriendschappelijk op zijn schouder. "Hé, jij! Hoe heette je ook alweer?" riep ik naar achteren. Daar stond de jongen die ook bij ons aan tafel had gezeten en later was binnen gekomen. Hij zat ook in onze hut. Hij keek me een beetje ongemakkelijk aan. "Lucas." zei hij na een aantal seconden. "Oh ja. Lucas. Kom je mee?" zei ik, en ik begon te lopen. We liepen over het nog steeds nogal drassige bospaadje richting onze hut. De zon scheen door de bomen heen, wat voor van die typische zonnestralen zorgde. "Dus Matt. Wat zijn de opties voor vandaag? Jij bent de kenner." zei ik. Ik liep met mijn handen in mijn zakken. "Nou ehm.. De eerste dag is gewoon een introductiedag. Er staan nog niet echt iets op het programma. Iedereen krijgt de kans om kennis te maken met het terrein. Vanavond is er een barbecue bij het kampvuur, maar daar houdt het ook wel mee op." zei Matthew. Ik knikte even goedkeurend. "Barbecues zijn goed. Heel goed." zei ik met een opgetrokken mondhoek. Het duurde niet lang voordat ons hutje in zicht was. "Waarom zijn er eigenlijk zes bedden? We zijn maar met z'n drieën." vroeg ik toen we binnen waren gekomen en ik naar mijn bed liep. "We zitten in het resthutje. Er waren niet genoeg kampeerders meer om dit hutje op te vullen, en we zijn dus nog maar met z'n drieën. Dat is bij de Adelaar en de Libelle allebei het geval." legde Matthew uit. Lucas stond nog steeds een beetje awkward te doen in de deuropening. Ik begon dingen op mijn nachtkastje te zetten. Foto's van de familie. Foto's van Emily, mijn kat. En een kleine wekker. Altijd handig. Toen ik weer op keek zat Lucas ook op zijn bed en zat Matthew een beetje stil te doen. "Ehm.. Ik moet die hut inspectie nog doen." zei hij na een tijdje. "We kunnen wel mee gaan, toch Luke?" Ik keek even naar Lucas. Zijn gezicht betrok een beetje. Het bleef stil. Wist hij niet wat hij moest zeggen? Of wilde hij gewoon niet mee? "Ehm.. Lucas." zei hij toen. Ik was even in de war. "Pardon?" zei ik dan ook. "Lucas. Ik heet Lucas, geen Luke." zei hij. Zijn stem klonk een beetje steviger nu. "Oh, sorry.. Lucas.." Dat was awkward. Ik had gedacht dat ik hem wel Luke mocht noemen. Kennelijk was dat niet zo. Ik stond op. "Goed. Hutinspectie?" zei ik. Matthew knikte en stond op. "Laten we dat maar doen. Dan zijn we er weer vanaf. De Libelle is niet zover hier vandaan. Lucas stond ook op, en we liepen met z'n drieën de hut weer uit. We liepen zo'n vijf minuten toen Matthew begon te wijzen. "Kijk. Dáár is de Libelle." zei hij. Achter een paar bomen werd inderdaad een hutje zichtbaar. Toen we dichterbij kwamen, kon ik zien dat de deur open stond en dat het vreemde meisje van net op de veranda zat. "Hallo Surfplankman. Sinaasappeljongen." zei ze toen ze ons zag. Ik keek haar even raar aan en daarna keek ik naar Matthew. "Sinaasappeljongen?" zei ik zachtjes. "Vraag er maar niet naar." zei Matthew wijs terug. Het meisje stond op. "Jou ken ik nog niet." zei ze tegen Lucas. Hij keek een beetje bang. "Wat is jouw naam?" vroeg ze. Ze hield haar hoofd een klein beetje schuin. "Lucas Kensington." zei Lucas een beetje moeilijk. "Lucas. Lucas is een mooie naam. Hallo Lucas. Ik ben Florence." zei ze. Er schoot me iets te binnen. Ze wist natuurlijk nog niet hoe ik heette, daarom noemde ze me Sinaasappeljongen. "Oh. Ik ben Roan Collins." zei ik dan ook maar. Florence knikte eventjes. "Komen jullie de hut inspecteren?" vroeg ze. Matthew knikte even. Ze liep naar de open deur. "Kom maar binnen, Surfplankman, Sinaasappeljongen en Lucas." zei ze dromerig. "Wacht even. Waarom noem je hem wel Lucas en hebben wij rare bijnamen?" vroeg Matthew. Hij haalde me de woorden uit de mond. "Omdat ik Lucas een mooie naam vind." zei Florence, en ze glimlachte vaagjes. Het drong tot me door dat, dat eigenlijk niet zo aardig was om te zeggen, maar op een of andere manier nam ik dat haar niet kwalijk. Het leek alsof ze het helemaal niet als een belediging bedoelde, en ik nam het dan ook niet al te zwaar op. We liepen de hut binnen en ik zag twee meisjes elk aan een andere kant van de hut zitten. Het ene meisje had kort zwart haar en het andere meisje was blond en zag er niet zo gelukkig uit. De sfeer in de hut was nogal gespannen. "Wat doen zij hier." zei de blondine met een opgetrokken wenkbrauw. "Hutinspectie." zei Matthew een beetje ongemakkelijk. "We moeten controleren of jullie hier nog mobieltjes hebben." Het blonde meisje keek nogal hooghartig. "Wat een flauwekul." Ik herkende haar nu als het meisje dat zo'n herrie had geschopt bij de openingsceremonie. "Ga je gang. Je gaat toch niks vinden." zei het meisje met het zwarte haar. Florence was in het midden van de hut in kleermakerszit op de grond gaan zitten. En keek ons nog steeds dromerig aan. "Oké. Laten we dit maar snel doen." zei Matthew met een zucht en hij begon de nachtkastjes te doorzoeken. Toen hij dat gedaan had stond hij op. Hij wierp een blik op de koffers, maar toen hij de blik van het blonde meisje kruiste, leek hij op het idee te komen om te stoppen met de inspectie. "Oké. We zijn klaar. Prettige dag nog." zei Matthew, en hij liep richting de deur. Lucas en ik draaiden ons ook om en op dat moment klonk er een riedeltje. Een ringtone. Iemand had een smsje. Matthew draaide zich ongemakkelijk weer om. Met blonde meisje was opgestaan en had een mobieltje in haar hand. "Wil je dat alsjeblieft aan mij geven?" zei Matthew en hij stak zijn hand uit. Het blonde meisje gaf hem een kwade blik waar ik nogal bang van werd en liep op hem af. Ze gooide het mobieltje in zijn hand en stampte de hut uit. "Goh. Die is vrolijk zeg." zei ik met een opgetrokken wenkbrauw.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten