dinsdag 11 oktober 2011

Florence

De middag ging voorbij als een vogel op weg naar een slaapplaats voor de winter. Of als een raket. Compleet met vuur aan het eind. Al snel was het dan ook al tijd voor het kampvuur en de barbeque. We zaten aan houten picknicktafeltjes vlakbij de kampvuurplaats en aten van plastic bordjes met plastic bestek. Op een betegeld stukje stonden een paar grote barbeques waar een aantal leiders en leidsters chaotisch omheen renden. Surfplankman stond ook bij de barbecue en praatte af en toe met een mollige dame met hetzelfde blonde haar als hij. Af en toe draaide één van hen een hamburger om, of ze verplaatsen een kipsaté. Ik zat aan een tafel met Lucas, De Sinaasappeljongen en De Eerste Vrouw. Surfplankman had ook aan ons tafeltje gezeten voor hij naar de barbecue was gelopen. De Blonde Prinses zat helemaal alleen aan een rafeltje aan de rand van het veld. Ik vond het een beetje zielig voor haar, want ze keek niet zo blij, en at bijna niets. Alles wat van de barbecue af kwam bekeek ze met een walgende blik. Misschien was ze vegetariër, net als ik! Maar voor mij hadden ze vegaburgers van soja en groenten gebakken. Die had ik nog nooit eerder geproeft dus ik was er heel benieuwd naar. "Ik ben zo weer terug." zei ik tegen Lucas, Sinaasappeljongen en de Eerste Vrouw. Ik liep naar de Blonde Prinses toe en ging tegenover haar aan tafel zitten. "Ben je vegetariër?" vroeg ik toen ik zat. De Blonde Prinses haar wenkbrauwen kropen naar elkaar toe. "Nee." zei ze kortaf. "Wil je soms een stuk van mijn vegaburger?" probeerde ik weer. "Nee." zei de Blonde Prinses. Deze 'nee' was iets feller geweest dan de vorige. "Oké." zei ik met een glimlach, en ik stond op en huppelde weer naar mijn eigen tafel. "Wat ging je doen?" vroeg De Eerste Vrouw. Ze kraste met haar plastic vorkje over haar plastic bord. Dwars door een plasje cocktailsaus. "Ik vroeg me af waarom ze geen vlees at." antwoordde ik dromerig. "En wat zei ze toen?" vroeg de Sinaasappeljongen nu. Ik dacht even na. "Nee." zei ik toen. De Eerste Vrouw keek even achterom. "Arrogant." zei ze alleen maar. Soms had je dat. Dat je gewoon zomaar ineens een woord zei. Ik had het zelf ook wel eens. Alleen had ik het nog nooit met het woord 'arrogant' gehad. Ik had het meestal met woorden als 'wasverzachter', 'Woodstock' en 'Koekjes'. Surfplankman onderbrak mijn stroom van gedachten toen hij bij de tafel verscheen met een schaal vol enigzins aangebrand vlees. De Eerste Vrouw en de Sinaasappeljongen hielden gretig hun bord omhoog. "Wil jij nog wat eten, Lucas?" vroeg Surfplankman, toen hij de borden van de andere twee had aangevuld. "Doe maar een speklapje." zei Lucas, en hij gaf zijn bord aan Surfplankman. Toen hij klaar was met vlees uitdelen liep Surfplankman weer terug naar de barbecue om even later terug te komen met mijn vegaburger. "Eet smakelijk." zei hij terwijl hij zijn parelwitte tanden blootlachte. "Dankjewel Surfplankman." zei ik met het bestek al in mijn handen.

Als mijn beschrijving van Matthew's moeder niet klopt, voel je vrij om het aan te passen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten