zondag 25 maart 2012

Eve

Half in slaap werd ik me vaag bewust van een voorzichtig gerammel aan mijn schouder. Het kwam niet erg dringend over dus negeerde ik het in de hoop dat het weg zou gaan. Maar het ging niet weg. Het werd alleen iets dringender. Nu kwam er ook een zachte stem bij. "Eerste Vrouw." klonk het zachtjes. Eerste vrouw? Wat was dat nou weer voor onzin op de vroege ochtend. Ik trok mijn deken over mijn oren en probeerde verder te slapen. "Eerste Vrouw!" De stem klonk luider dan de vorige keer. Die stem kwam me bekend voor. Waar was ik ook alweer? Ohja. Ik was op Camp Redmont. "Eerste Vrouw!" Weer dat gerammel aan mijn schouder. "Ga weg. Het is midden in de nacht." zei ik geërgerd tegen de stem. "Nee hoor." klonk de stem opgewekt. "Het is al acht uur geweest."Ik zuchtte diep. Met tegenzin draaide ik me om en deed mijn ogen open. Een bleek gezicht vol sproeten keek me aan. "Florence?" Florence glimlachte en gebaarde naar het bed aan de andere kant van de kamer. "Ik krijg de Blonde Prinses niet wakker." Ik ging moeizaam overeind zitten en wreef in mijn ogen. "Waarom zou je haar wakker maken? Ik vind haar veel aardiger als ze slaapt." Florence dacht even na over deze mededeling. Ik betwijfelde of ze het begreep. "We moeten gaan ontbijten." zei ze daarna rustig. "Na half negen mag je de zaal niet meer in." Ik knikte langzaam. Daarna stak ik mijn voeten in mijn teenslippers en slofte de kamer door. "Hé Brooke." zei ik hardop. Brooke verroerde zich niet. "Brooke!" zei ik iets harder. Nog steeds geen beweging. Ik haalde diep adem en zette mijn handen aan mijn mond. "BROOOOKE!" krijste ik uit volle borst. Buiten klonk gefladder van geschrokken opvliegende vogels, maar Brooke sliep nog steeds als een roosje. Florence boog zich over Brooke heen en bestudeerde haar profiel. "Ze heeft oordopjes in." concludeerde ze. "En zo'n oogmasker." Ineens kreeg ik een idee. Mijn mondhoeken krulden omhoog. "Ik weet wel iets." zei ik zachtjes. Ik verwisselde mijn pyjama snel voor een zwart hemdje en een oude spijkerbroek die net onder de knieën slordig was afgeknipt. Daarna begon ik in mijn tas te graven tot ik een zacht wit washandje vond. "Wat ga je daarmee doen?" vroeg Florence nieuwgierig. "Let maar op." Grinnikte ik. Ik liep naar buiten en slenterde om het huisje heen, naar het kraantje aan de achterkant. Ik draaide het kraantje open en liet hem even lopen, zodat ik zeker wist dat het water ijskoud was. Vervolgens hield ik het washandje eronder en kneep hem een beetje uit. Met het natte washandje liep ik weer naar binnen en gebaarde naar Florence dat ze achteruit moest gaan. Ik boog me over Brooke heen en streek voorzichtig wat haar uit haar nek. Na een snelle blik op Florence, die de stunt nog steeds niet door leek te hebben, liet ik het washandje van een meter hoogte in Brooke's nek vallen. Haar ogen vlogen open en er rees een hoog gegil op uit haar keel. Een paar seconden lang lag ze wild te spartelen als een vis op het droge, en ik proestte het uit van het lachen. "JIJ!" krijste ze toen ze het washandje eindelijk uit haar nek had gevist. "Goedemorgen, Prinses!" zei ik nog steeds lachend. "Goedemorgen!" riep Florence opgewekt. "Ga je mee ontbijten?" Maar Brooke luisterde niet naar Florence. In plaats daarvan liep ze op me af met het washandje dreigend boven haar hoofd. "Er zat niks anders op, ik kreeg je echt niet wakker." zei ik zo onschuldig mogelijk. Brooke gooide het washandje naar me toe, maar ik bukte net op tijd, waardoor het met een klets tegen de houten muur aankwam. "Denk maar niet dat het hierbij blijft!" riep Brooke hysterisch. Ik stak ontwapenend mijn handen op. "Ik zou niet durven. Ik zie je straks bij het ontbijt!" Ik liet mijn handen zakken en schuifelde naar de deur. "Ga je mee, Florence?" Florence aarzelde even, maar knikte toen en huppelde achter me aan naar buiten. Samen liepen we richting het hoofdgebouw.

zaterdag 24 maart 2012

Matthew

Dag 2

De eerste nacht op de harde matras van het stapelbed had zijn werk weer goed gedaan. Het voelde alsof alle spieren in mijn rug en in mijn schouders vast waren gezet met veiligheidsspelden. Ze waren stijf en het deed pijn. Ik strekte moeizaam mijn armen naar achteren en wreef daarna de slaap uit mijn ogen. Het geluid van de vogels drong mijn oren binnen. "Meuwgh." Klonk het van het bed aan de andere kant van de kamer. Roan was kennelijk ook wakker en had het effect van het bed ook ondervonden. "Het wordt beter na een paar nachten." zei ik geruststellend, terwijl ik mijn benen over de rand van het bed gooide en mijn schouders probeerde los te maken. "Laten we het hopen." zei Roan, die ook overeind ging zitten en met een nogal pijnlijke blik zijn handen tegen zijn rug duwde. "Ik stel voor om zo naar de kantine te lopen. De beste broodjes zijn altijd zo op." zei ik, terwijl ik naar schone sokken begon te graaien. "Ben je al wakker, Lucas?" zei Roan, die een schoon T-shirt aantrok. Er kwam een bevestigend geluid onder Lucas' dekens vandaan. Ik grijnsde. Na een paar minuten waren we allemaal aangekleed. Roan had een groene pet en een zonnebril opgezet en was gewapend met zonnebrand van factor vijftig. "Zonder dit beschermingsmiddel, ben ik in de loop van de avond even rood als mijn haar." grapte hij. We liepen naar de kantine en genoten van het gefluit van de vogels en de eekhoorntjes die we soms tegenkwamen. Roan vroeg naar mijn vorige jaren op het kamp en wat we zouden kunnen verwachten vandaag. Lucas hield zich, zoals me gister ook al was opgevallen, wat meer op de achtergrond. We waren al snel aangekomen bij de kantine, waar al een paar vroege vogels aan de tafels waren gaan zitten. Iedereen leek last te hebben van stijve nekken en ruggen en ik hoorde er verschillende mensen over klagen. Ik keek naar de achterkant van de kantine, waar alle broodjes en kannen met melk, chocolademelk en jus d'orange al stonden te wachten. Mijn moeder keek me glimlachend aan vanachter de lange tafels vol voedsel en zwaaide naar me. Ik stak mijn hand groetend op en begon naar haar toe te lopen. Roan en Lucas gingen alvast bij een tafel zitten. "Zo. Heb je al vrienden gemaakt?" zei mijn moeder met een blije glimlach terwijl ze met haar ogen even in de richting van Lucas en Roan flitste. "Ja hoor. Ik kan prima met ze opschieten." zei ik, terwijl ik een broodje met kaas van de grote stapel pakte en er een hap van nam. "Mooi zo." zei ze terwijl ze pakken met yoghurt leeg kneep in een grote bak, naast een kleinere bak met cornflakes. "Hé, ik zie je vanmiddag wel weer even." zei ik. Ik pakte nog wat meer broodjes van de stapel en legde ze op een bord. "Goed. Veel plezier vandaag, schat." zei ze. Ze boog zich over de tafel heen en gaf me een kus op mijn wang. "Ja, jij ook." zei ik, terwijl ik richting Roan en Lucas begon te lopen met de broodjes.

zaterdag 25 februari 2012

Florence

Ik huppelde een stuk sneller dan de Blonde Prinses, dus ondanks mijn achterstand duurde het niet lang voor ik haar silhouette in het bos zag. Ik boog naar haar toe en legde mijn hand op haar opgetrokken schouder. Er ging een lichte schok door haar lichaam, en ze draaide zich met een ruk om. "Oh... Jij bent het." zei ze met samengetrokken wenkbrauwen. "Het is gevaarlijk om zonder zaklantaarn rond te lopen in het bos." zei ik ernstig. "Weet je nog wat de Sinaasappeljongen zei over leeuwen en tijgers? Ze zullen weg blijven zo lang je een zaklantaarn heb. Dan denken ze dat het vuur is. Maar als je geen zaklantaarn hebt vinden ze je zo. Ze ruiken je vlees." Ik dacht even na over mijn woorden en ging toen verder. "Of wilde je juist dat ze je vonden? Het zijn natuurlijk erg mooie dieren. Dat vind ik erg dapper van je, Prinses." De Blonde Prinses stond abrupt stil en trok de zaklantaarn uit mijn hand. De felle lichtbundel scheen in mijn gezicht, en ik kneep mijn ogen halfdicht. "Hou toch eens op met dat wazige gedoe. Er zijn helemaal geen tijgers en leeuwen. Dat zei Roan alleen maar om die kinderen bang te maken. Niet te geloven dat je daar in trapte." Ik keek De Blonde Prinses vol bewondering aan, voor zover dat ging met de zaklantaarn op me gericht. Zij was echt nergens bang voor! Ze geloofde niet eens dat er tijgers en leeuwen waren, en als ze er waren, zou zij ze vast met haar blote handen verslaan. Ik glimlachte bij die gedachte. Leeuwen of geen leeuwen, bij de Blonde Prinses was ik veilig. Ze draaide zich om, en begon weer te lopen. De zaklantaarn verlichtte het pas naast mijn voeten. Ik versnelde even mijn pas om haar bij te houden. "Zeg Prinses?" vroeg ik toen ik naast haar liep. "Ik ben geen prinses." zei de Prinses. Ik haalde mijn schouders op. "Je lijkt op een prinses. Net zo trots en elegant." De Prinses zuchtte. "Whatever." "Ehm... Mag ik je hand vasthouden?" De Blonde Prinses keek me even aan. "Hoe bedoel je?" Ik stak mijn hand uit. De Prinses trok haar neus op. "Nee bedankt." zei ze toen. Ik haalde mijn schouders op. "Oké." Het was ook wel logisch. Als er toch een leeuw of tijger kwam moest ze haar handen vrij hebben om het beest af te weren. We liepen zwijgend verder naar De Libelle, zonder nog wilde beesten tegen te komen. Blijkbaar waren we omgelopen, want de Eerste Vrouw was er al, toen we aankwamen. Maar ze was natuurlijk ook de Eerste Vrouw. Misschien was ze wel altijd overal als eerste. "Ik was al bang dat jullie waren opgegeten door de leeuwen waar Roan het over had." zei ze glimlachend. De Blonde Prinses zuchtte opnieuw en liet zich op haar bed vallen. "Welnee." zei ik zachtjes. "Ik had de Blonde Prinses om me te beschermen." De Eerste Vrouw begon hard te lachen. "Ja, die houdt alle andere katachtigen wel op afstand." zei ze zachtjes, zodat De Blonde Prinses haar niet hoorde. Ik vroeg me af wat ze bedoelde, maar vroeg er niet naar. In plaats daarvan trok ik mijn kleren uit en mijn pyjama aan. Ik borstelde mijn haren uit en ging in bed liggen. Mijn haar rook heerlijk naar vuur. Ook de anderen lagen inmiddels in bed. "Jongens..." zei ik zachtjes. Toen besefte ik me dat er zich in de hele kamer geen enkele jongen bevond. "Meisjes..." zei ik daarna, maar dat klonk nogal raar, dus zei ik toch nog een keer "Jongens..." De Eerste Vrouw lachte zachtjes. "Wat is er?" vroeg ze vriendelijk. "Ik vond het heel leuk vandaag." zei ik, terwijl ik de dekens over mijn kin trok. "Ik ook hoor, Florence." zei de Eerste Vrouw. De Blonde Prinses snoof luid. "Gaan jullie de hele nacht praten? Ik probeer te slapen." "Weltrusten Prinses." zei ik zachtjes, en ik dacht nog even na over donuts en vlinders voor ik met een glimlach op mijn gezicht in slaap viel.

vrijdag 24 februari 2012

Roan

"De trap kraakte zachtjes. Maar hoe was dat mogelijk? Alle deuren waren op slot geweest en ze wist zeker dat het huis verlaten was geweest toen ze dat deed.." Ik sprak zachtjes, maar toch zo dat ik verstaanbaar was voor de groep van zo'n vijftien tieners die zich om me heen hadden verzameld. Ik hield de zaklamp stevig onder mijn kin. Het kampvuur was nu niet meer dan een gloeiend hoopje kolen en het was al flink laat. Er was dus niet zoveel licht, afgezien van mijn zaklamp. De perfecte omgeving om spookverhalen te vertellen. Spookverhalen die ik al jaren had willen vertellen, maar waar ik nou nooit de kans voor had gekregen. Ik vond het helemaal geweldig. Ik keek naar de rillende gedaante recht tegenover me. Dat moest Nicky zijn, het kleine, blonde meisje die ik in eerste instantie dertien had geschat, maar die zeventien bleek te zijn. Ze had al meerdere hoge gilletjes geslaagd toen ik aan het vertellen was. Kennelijk hield ze niet zo van spookverhalen. Gelukkig voor haar -of misschien wel niet, het is maar hoe je het bekijkt- zat Robbie naast haar, een achttien jarige football speler die er uitzag alsof hij drie beren met een hand op kon tillen. Aan de gespierde arm om Nicky's schouder te zien, had hij er geen problemen mee om kleine, schattige, op dertienjarige meisjes lijkende meisjes te troosten als ze bang waren voor een spookverhaal. Of misschien was Nicky eigenlijk helemaal niet zo bang en vond ze die arm om haar schouder een aanmoediging om extra veel van die schelle kreetjes te slaken. Of misschien was het een combinatie van beide. "Het werd weer doodstil. Net alsof het gekraak er helemaal niet was geweest. Maar wacht.. Weer gekraak. Maar nu voor de deur van de kamer waar ze zich had verstopt. Er was geen uitweg meer. Nergens een deur. Alleen een raam, maar achter dat raam lag er voor haar een val van vier meter te wachten. De deurkruk bewoog zachtjes naar beneden en de deur ging krakend open. De voetstappen kwamen steeds dichterbij.." Dramatische pauze. "Klik.. Klak.. Klik.. Klak.. De voetstappen kwamen nog dichterbij. Ze verstopte zich nog gauw in de dichtstbijzijnde kast en hoopte dat ze niet gevonden zou worden. Klik.. Klak.. Klik.. Klak.. Het geluid alsof er iets werd aangezet.. Een machine.. Was dat nou een kettingzaag?" "Iew neeee!" gilde Nicky. Het gegrinnik van Robbie. Dramatische stilte. "Ze kon de ademhaling horen. De voetstappen waren opgehouden. Hij stond voor de kast. Het geluid van de machine was angstaanjagend dichtbij." Dramatische stilte. "De kast ging open en.." Ik bewoog mijn hand opzij en legde hem op de eerste knie die ik kon vinden, om te zorgen dat iemand zich helemaal lam zou schrikken. Dat zou bovendien een mooi einde van mijn verhaal zijn. Een ijselijke gil door de bossen. Geweldig. Er werd inderdaad gegild. "AAAAH!" Meteen daarna voelde ik iets op mijn wang. Het brandde en deed pijn. Ik liet de zaklamp uit mijn hand vallen en Matt raapte hem snel op. "Freak!" Brooke was opgestaan en keek me woedend aan. Oké. Ik had even niet beseft dat de dichtstbijzijnde knie van Brooke was geweest. Ze gaf me nog een klap op mijn wang en stampte toen weg. "Oké. Dat was een climax zeg." zei Eve met opgetrokken wenkbrauwen. Er waren nu meerdere zaklampen tevoorschijn gekomen en het was weer enigszins licht. "Is ze nu het bos ingelopen zonder zaklamp?" zei Matt. "Ze gaat het nooit vinden in het donker." "Ik ga haar wel zoeken." zei Florence met haar dromerige stem. "Tot morgen allemaal." Ze knipte haar kleine zaklamp aan, en huppelde het donkere bos in. Ik voelde aan mijn wang, die nog steeds gloeide. "Laten we allemaal teruggaan naar onze hutten. De kampleiding gaat echt door het lint als we nog langer blijven zitten." zei Matthew, die nu ook was opgestaan. Lucas stond naast hem. "Welterusten." zei Eve, die de weg volgde die Florence net ook was gegaan. Voorzichtig verlieten kleine groepjes het kampvuur terrein, op weg naar hun hutten.